donderdag 19 maart 2009

BAKKER & BIER

Gerard: Na wat heen en weer mailen besloten Peter W. en Gerard D. elkaar naar jaren weer eens persoonlijk te treffen. Al snel schoof Dirk H. bij. We spraken af in de Bakkerswinkel in de Warmoessstraat in Amsterdam, een etablissement wat voornamelijk bezocht wordt door de zgn. 'gezondo's', dus ideaal voor ons drieeën. We spraken af om 13.00 uur. Het duurde even voordat we elkaar gevonden hadden. Peter zat al lang en breed binnen aan de grote tafel, en Dirk sneakte snel langs Gerard, die bij de ingang stond te wachten totdat hij zijn tafel aangewezen kreeg. In eerste instantie herkende Gerard Dirk niet, maar toen doemde het bekende beeld van Peter op aan de gezinstafel. Dirk bleek er ook al te zitten, iets herkenbaarder zonder kek zwart hoedje. Voor mij vielen na een paar woorden de jaren spontaan weg, en het werd vrijwel meteen een vertrouwd gebeuren. Nadat er iets bijzonder gezonds genuttigd was vertrokken we snel naar een tegenovergelegen kroeg met prima bier en flauwe videoclips. Er werden natuurlijk oude zaken gememoreerd, zoals de Biafra aktie die we hielden in ons tweede leerjaar, de brief naar de VPRO, voordat we de werkweekfilm maakten en waarin we de film voor uitzending aanboden, (hebben we toen een script ingeleverd?, dat zou de redelijk gestructureerde opzet van de film verklaren). De verschillende woonadressen van Dirk en Peter, die tijdenlang gezamelijk ergens onderdak hadden, Dirks voorliefde voor schone lakens, waar nu niets meer van over is, maar ook hedendaagse zaken, zoals hoe we nu onze tijd doorbrengen (twee werken er nog, één is al gepensioneerd), hoe gaan we om met onze collega's, hoe is het om bij een multi-national te werken of bij de overheid. Hoewel er veertig jaar zit tussen toen en nu, waren de besproken zaken herkenbaar en konden niet anders gaan dan ze gegaan zijn. Toen ik voor de eerste keer op m'n horloge keek, liep het al tegen vieren, dat was jaren geleden dat mij zoiets gebeurde.

Peter: Ik had erg uitgezien naar het moment van onze ontmoeting. Het was allemaal heel snel gegaan tussen mijn eerste mailcontact met Gerard en de ontmoeting met Dirk en Gerard. Dat ik Dirk nooit "spontaan" was tegengekomen vond ik al heel lang heel vreemd. We hebben tenslotte dezelfde roots: Zwolle en omgeving Amsterdam. Dirk zou ik op straat echter niet herkend hebben, was toch wel wat veranderd. Gerard had ik wel ergens anders herkend. Het was een feest van herkenning maar te kort. We gaan het zeker overdoen. Wie schuift aan?

Dirk: Even terug in de tijd is een ervaring die ik me niet wilde ontzeggen. Dus toen ik hoorde van de ontmoeting tussen Gerard en Peter, liet ik me niet de kans ontgaan aan te schuiven. En daar zaten we dan. Eerst was het even wennen aan die doorgroefde koppen, dat specifieke stemgeluid, ieders oogopslag, de uitschietende lach en dat soort dingen. Maar al snel was het een feestje van herkenning. Ik kon mijn ogen vooral niet afhouden van Peter - met hem woonde ik tenslotte onder één dak in de gouden Nimeto-tijd. Gerard is een ander verhaal, hem vond ik vroeger al een vreemd natuurverschijnsel, met zijn muziek- en stripliefde. Bij Peter herkende ik alles weer, en dat bezorgde me veel plezier. Ogen, stem, gebaartjes, zijn manier van praten, het is er allemaal nog.

woensdag 4 maart 2009

SPORT?!

Er werd ook wel eens aan sport gedaan op de NIMETO.
Zelf drukte ik mijn snor als dat mogelijk was. Hieronder een programmaboekje uit het eerste jaar, met illustraties van Dirk Helsloot.







dinsdag 3 maart 2009

RELEASE UTRECHT

Via Bert Thomassen leerden Truus van Dalsem en ik, zijn zus Marian en zijn zwager Piet kennen. Truus en ik hadden toen verkering. We kwamen vaak bij Piet en Marian op hun woonboot.
Via hen raakten wij betrokken bij de oprichting van Release in Utrecht.
Dat was naar schatting in 1970. Release was oorspronkelijk een Duits initiatief.
In Nederland moest het een antwoord zijn op de verzuilde hulpverlening hier.
Het maatschappelijk werk was opgehangen aan kerkelijke afkomst of politieke achtergrond: RK hulpverlening, protestante, socialistische enzovoorts. Hulpverlening, voor met name jongeren op een door hen gewenste en geaccepteerde wijze bestond niet in Nederland. De JAC’s, (Jongeren Advies Centra) specifiek gericht op jongeren, kwamen in die tijd ook op, maar Release wilde breder zijn en ook een wat ouder publiek bedienen wat niet voldeed of wilde voldoen aan de opvattingen van de hulpverlening van de RK, Protestantse enzovoorts ingestelde instellingen.
Release in oprichting Utrecht was niet de eerste Release in Nederland, die was er reeds in Haarlem en in Amsterdam waren ook ontwikkelingen in die richting.












Maar Utrecht dus: De organisatie van Release bestond uit zogenaamde “secties” en vanwege mijn kennis van “dienstweigeren”, wat onderdeel werd van de sectie “Juridisch” ging ik daar deel van uitmaken. Een van mijn kompanen was daarbij een student rechten, Herman Doeleman, die ik later op afstand nog weer signaleerde als deken van de orde der advocaten in Amsterdam. Daarnaast werd ik lid van de financiële commissie die moest zorgen dat er geld los kwam om Release werkelijk van start te krijgen en te kunnen exploiteren.

Dat was interessant werk. Het was op bezoek gaan bij diverse autoriteiten, zoals de gemeente en de Provinciale Staten om daar te praten over geld. En ik had een hele grote bek.
Maar veelal moest dat wel gebeuren tijdens werk- en dus lesuren.
Met name dankzij Stam, die voor mij pleitte bij de onderdirecteur (uh hoe heette hij ook weer?) werd mij die ruimte ook geboden, en heb ik met mijn mede Releasegenoten en mede dankzij het feit dat mijn medeleerlingen niet zeurden over zoveel vrijheid, uiteindelijk subsidie verworven om Release daadwerkelijk van start te laten gaan.
Ik werd ook nog penningmeester.

Huisvesting was nog een ander probleem. Je moest tenslotte ergens mensen kunnen spreken, vergaderen, telefoon hebben en dergelijke. Via via kreeg ik contact met iemand van het Humanistisch Verbond of Humanitas die een groot pand hadden aan de Oude Gracht in Utrecht, als ik mij goed herinner schuin tegen over de HEMA.
Daar stond nog een kelder leeg en die konden we huren tegen een gering bedrag.

Hoe liep het af? Uiteraard ging het een beetje zo: de “hulpverleners” van Release wilden al snel een button met hun naam als medewerker erop. Dat was status.
Maar als ze afspraken hadden met cliënten, maar een vriendje wilde gaan liften naar Parijs, dan waren alle afspraken vergeten en stonden de cliënten in de kou.
Mij heeft dat destijds aangezet tot een verdere opleiding Sociale Academie, waarbij ik nog heb geprobeerd het eerste “parttime opleidingsjaar” te combineren met het laatste jaar NIMETO. Omdat je daar 27 voor moest zijn, ging dat feest niet door.

Hoe ging het ook verder nog verder? Truus en ik waren ook nog eens getrouwd tijdens onze studie aan de NIMETO, en woonden op een gekraakte boerderij in Westbroek. We schrijven dus het stagejaar (1971-1972). We waren al enige tijd gestopt met Release en ik had al vele malen aangedrongen op overdracht van de kas, letterlijk een geldkistje met nog wat erin.
Op een avond kwamen er twee medewerkers van Release op motoren het erf oprijden.
Ze hadden van Manus, een medewerker van Release, maar zelf een bekende zorgbehoevende alleenstaande uit Utrecht, gehoord dat Truus en ik de kas achterovergedrukt hadden.
Dat verhaal was snel uit de wereld en na wat gezellige biertjes zijn de heren, met kas, vertrokken.

Einde Release, wat Truus en mij betreft.

Release heeft jarenlang nog in de marge voortbestaan. Ze kregen zelfs een kantoorpandje in de Voorstraat. Elders in het land hielden ze op te bestaan. De JAC’s zijn ook een stille dood gestorven. Heeft dat gebeuren nou allemaal helemaal geen zoden aan de dijk gezet?
Ja wel degelijk! De bedden waren opgeschud, het was duidelijk voor de regenten en dergelijke dat er iets moest gebeuren, iets veranderen.
Dat gebeurde ook, maar daarvoor heb je mij niet verder nodig om dat te vertellen.
(Peter Walhout)