donderdag 27 augustus 2009

Edward Hölzel

Onlangs Edward Hölzel benaderd over zijn tijd op de NIMETO.
In eerste instantie waren de eerder op de blog geplaatste Sinterklaasfoto's de reden om wat meer duidelijkheid te krijgen, maar nu toch de gelegenheid te baat genomen om wat meer vragen te stellen.

Hier de antwoorden:

Wat mij allereerst opviel was, dat jullie een ongelooflijk leuke tijd hebben gehad met veel saamhorigheid en het feit dat je er nu nog mee bezig ben is toch wel uniek te noemen.
Zoals ik je al door de telefoon vertelde is het bij mij zo; "weg is weg". Toch heb ik met een zekere weemoed naar al die jonge koppies gekeken.
Ik zal maar proberen punt voor punt te beantwoorden.
Op zekere dag werd ik opgebeld door ene mijnheer v.d. Zee (directeur van de Nat. Schildersschool) of ik er iets voor voelde om op de zojuist opgerichte etaleurs opleiding les te gaan geven. Hij had begrepen van Frits Frietman, dat ik twee Europese prijzen had gewonnen met etalages. Ik zei hem, dat ik daar niet zoveel voor voelde, daar ik mij helemaal wilde richten op het schilderen. Maar mede op aandringen van Frits, die zich erg eenzaam voelde in gezelschap van ene Sieders ben ik toch gaan praten en ging voor twee dagen aan de slag met lesgeven.

Zowel Frits als ik zijn nog steeds actief als beeldend kunstenaar en beiden werkend lid van de grootste en oudste kunstenaarsvereniging: PULCHRI STUDIO in Den Haag, waar ik van 1990-1998 respectievelijk vice-voorzitter en voorzitter was. Frits en ik schrijven elkander regelmatig en Frits zoekt ons ook zo nu en dan op in het hoge noorden.
Verder, dat vergeet ik bijna, ben ik met lesgeven gestopt in 1995.

Nu de antwoorden op je vragen:
De Sinterklaas op de foto ben ik.
Jarenlang heb ik dat gedaan, gesteund door een hele klas die voor Zwarte Pieten mochten spelen en dat met volle overgave deden. Tenslotte had ik ook een andere klas kunnen vragen nietwaar. Wanneer dat is begonnen weet ik niet meer. De foto waarop je twee Sinten ziet was een geintje van Stam, zijn zoon Bas en Nelis. Ik had mij net geïnstalleerd achter de microfoon voor mijn jaarlijkse act, waar iedereen toch een beetje huiverig voor was, of ik hoorde achter mij een hoop kabaal. Mijn microfoon werd mij ontnomen door een als Piet verklede Nelis, die mij toesiste: "Hier heb ik jaren op gewacht, om jou met bek vol tanden te zien zitten".
Er nam een andere Sint naast mij plaats, dat bleek Stam te zijn, die het ging hebben over ene Hölzel. Je snapt dat ik voor lul zat.

Op de foto waar je niemand kent behalve Stam staat ook Hans Hoppenbrouwer.

Op de klassefoto is de tweede rechtsboven inderdaad Harry de Rooy, die elke dag uit Brabant kwam met zijn vriend Bart Lemmens.
Verder moest ik denken aan die versierder Vincent Wouters, die eens een proef had gedaan met carbid, waarbij vele ruiten sneuvelden.
En die goeie mijnheer Bouma.
Dat verhaal van Henze Pegman kende ik niet, maar heb me er kostelijk mee vermaakt.
Verder zijn vooral de jongens erg veranderd, ik herkende ze nauwelijks.
Alleen Wilma is nog precies hetzelfde. Kier Kol is zelfs een 'eminence grise' geworden.

De werkweek, die jullie hebben meegemaakt, is een totaal andere dan de daarop volgenden.
Ik was daar verantwoordelijk voor en heb met de tweede klassen jaar in jaar uit dekors gemaakt in een Jeugdcentrum in Leiden, waar we overdag mooie dingen maakten en s'avonds een feestje bouwden.

- Waar kwam de wens vandaan om een gecertificeerde opleiding voor etaleur/decorateur te starten?
- Waarom werd deze opleiding ondergebracht bij de schildersschool?
- Wat waren de verschillen in opvatting van de initiatiefnemers en docenten op de etaleursschool?Nu wat betreft het ontstaan en waarom bij de Schildersschool.


Dit was naar Duits voorbeeld en omdat diverse academies er geen heil in zagen, vanwege het ontbreken van kennis.
De school is inderdaad opgezet op initiatief van het bedrijfsleven, die het wel fijn vonden als ze zelf niet meer hoefden op te leiden en tot stand gekomen in samenwerking met de Leidse Onderwijsinstelling, zonder dat ze ook maar enig idee hadden hoe dat vorm gegeven moest worden. De Schildersschool wist dat ook niet echt en klampte zich vast aan de kennis die ze hadden vanuit hun schildersachtergrond. Maar ja, dat is toch iets geheel anders. Vandaar, dat er in eerste instantie Sieders werd aangetrokken, die natuurlijk veel meer bij de schilders paste. Hij had het dan ook niet erg met ons op, met onze onaangepaste kleding. Niet eens elke dag een wit overhemd en veel te artistiek, lees losbollerig. Dat heeft menige woordenwisseling c.q. ruzie opgeleverd. De man is niet meer, dus laat ik het hierbij. Frits en ik verzonnen hoe het moest gaan met opdrachten en werkbesprekingen voor zo'n beetje alle vakken. Frits maakte de overgangsnormen en de examennormen. Die kennis had hij omdat hij in de examencommissie zat van MO tekenen. De school heeft een ongegekende ontwkkeling doorgemaakt, mede dank zij Stam, die het wel met ons zag zitten, en nog meer van die artistiekelingen aantrok.
Een hartelijke groet, Edward Hölzel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten